kladversie

🎖️ Licentie: CC BY-NC-SA 4.0 📅 Aangemaakt: 03-07-2024


De piloot mag nooit de drone uit het oog verliezen en de omgeving volledig beheersen.

Zichtvliegafstand = Afstand waar men de drone in kan zien.

Met een opleiding A1 - A3 is het wettelijk verboden om je drone uit het zicht te verliezen. Ookal kan de drone verschillende kilometers verder vliegen.

Je bepaalt best vooraleer het vliegen een operationeel volume (een vluchtzone) en die niet te verlaten.

Te hoog vliegen kan betekenen dat je de drone:

  1. Niet meer ziet en dus een overtreding begaat.
  2. In het luchtpad van (bemande) vliegtuigen te geraken en dus een botsing veroorzaakt.

120m de maximum hoogte dat je mag vliegen.

De piloot mag zich nooit laten afleiden door zijn omgeving of dergelijke personen.

  • Men kan hiervoor een fluohesje dragen met het opschrift ‘niet storen’
  • Men kan ook een landingszone afbakenen a.d.h.v. kegels in een vierkant.

Vlieg zo weinig mogelijk boven mensen en ontmijd hoge snelheden op lage altitudes.

  • Dit mag uitzonderlijk in categorie A1 met een C0-drone

Men mag in de categorie OPEN (deze) geen gevaarlijke stoffen vervoeren die mogelijk schade kunnen brengen tot de gezondheid, eigendommen of het milieu. Dit betreft:

  • Explosieven met gevaar voor een massaexplosie
  • Luchtdrukwerking, scherfwerking en brand
  • Ontbrandbare en giftige gassen
  • Zuurstof met inademingsgevaar
  • Ontvlambare vloeistoffen zoals brandstof, stookolie of benzine
  • Ontvlambare vaste stoffen (en ook ontbrandende vaste stoffen)
  • Stoffen die gevaarlijk zijn wanneer in contact komen met water
  • Oxidatiemiddelen en organische peroxiden
  • Giftige en besmettelijke stoffen zoals giften met biologische risic
  • Radioactieve stoffen
  • Bijtende stoffen

Houd rekening met omgevingsfactoren gedurende en alvorens de vlucht.

  1. Identificeer obstakels binnen en in de buurt van de vluchtzone zoals kerktorens, telecomunicatietorens, hoogspanningskabels, flatgebouwen, …
    • Enkel wanneer expliciet toegelaten mag men binnen maximaal 15 meter van dit obstakel vliegen zelfs als dit betekent dat de maximale hoogte van 120m wordt overschreden.
  2. Blijf uit de buurt van elektromagnetische bronnen zoals hoogspanningslijnen, spoorlijnen, telefoonmasten (4g, 5g)
  3. Lokaliseer eventuele dieren en hou voldoende afstand van dieren op de grond en in de lucht zodat het dier en jouw drone niet in gevaar komen.
  4. Let op voor geluidsoverlast. Kijk naar de regelementering in jouw vlieggebied en hou je aan het regelement.

Gebruiksvoorwaarden voor en beperkingen van UAS

Ken de vliegprestaties en beperking van je UAS

Dit staat in de gebruiksaanwijzing van je UAS in haar belastingsdiagram: Hier staat in

  • Maximale snelheid die niet overschreden mag worden
  • Maximale gewicht van de lading indien toegestaan
  • Maximaal aanvaardbare windsnelheid
  • Toegelaten minimum- en maximumtemperatuur
  • Toestemming om te vliegen bij regen

Als men de UAS bestuurt in een manier niet toegestaan in het belastingsdiagram is dit illegaal.

Ken de uitrusting van de drone en aanbevelingen van de fabrikant

Extra hulp zoals alarm wanneer de batterij bijna plat is, melding bij te hoge altitude, automatische ‘return-to-home’ functies, … moeten gekend zijn door de piloot.

De aanbevelingen voor het onderhouden van de UAS moeten correct opgevolgd worden door de piloot. Bv.

  • Maximale oplaadcycli van batterij
  • Maximale vlieguren propellers en motoren
  • Omstandigheden voor bewaren en herladen van batterijen

Voor elke vlucht moet men de UAS en bijbehorende materiaal evalueren via een checklist of andere procedure.

Ken uw fysieke, fysiologische en externe beperkingen

Wees gewaar over uw eigen beperkingen als piloot, zoals bv. stress, vermoeidheid, slecht zicht, weersomstandigheden, …

Zorg ervoor dat het gezichtsvermogen goed is of draag een geschikte bril.

Je zorgt er telkens voor dat u in een goede fysieke en mentale toestand verkeert vooraleer men zelf begint met een UAS te besturen.

Zorg voor een positieve vlieghouding

Het betreft de mentale neiging om op een bepaalde manier te handelen. Hou deze altijd positief. Het is een intentie.

Handel doordacht vooraleer je handelt, blijf open, blijf bescheiden en ken je beperkingen.

Regels

Hou je drone in je zichtveld

Er zijn verschillende regels zoals VLOS, BVLOS en FPV maar voor de categorie ‘OPEN’ geldt enkel VLOS en bepaalde uitzonderingen bij FPV.

  • Je houdt telkens oogcontact met de drone en verliest hem nooit uit zicht (VLOS = Visual Line of Sight)
  • Sommige ‘FPV’ (= First Person view) drones zijn wel toegelaten zonder VLOS te hebben.

Blijf op veilige afstand van personen, dieren, eigendommen, voertuigen en andere gebruikers in het luchtruim

  • A1 / C0 - Mogelijk maar zoveel mogelijk vermijden (Drones onder 250 g)
  • A1 / C1 - Geen opzettelijk overvliegen
  • A3 / C2, C3, C4 - Vliegen in de buurt van stedelijke omgeving laterale afstand van minimaal 150m tot bevolkte gebieden maar zo veel mogelijk vermijden.
    • Wanneer er een persoon in dit gebied betreed dan moet de drone lateraal 30m van die persoon weg blijven of de afstand waaraan de de drone aan zijn topsnelheid in 2 seconden weg kan geraken indien meer dan 30m.

Hou de vlieghoogte hetzelfde t.o.v. de laterale afstand tot andere personen.

Bij de categorie ‘OPEN’ is het overvliegen van bijeenkomsten van mensen altijd verboden (stadiums, festivals, …)

Een UAS geeft altijd voorrang aan bemande luchtvaartuigen

Wanneer binnen de vlieghoogte van 120m en een bemand luchtvaartuig een mogelijke botsing zal veroorzaken is de UAS piloot altijd verplicht om uit de weg te gaan door te dalen of haar laterale positie te veranderen.

Piloot mag kan bijgestaan worden door een UA-waarnemer

De piloot moet dan geen VLOS behouden maar wel effectief en duidelijk communiceren met de waarnemer die zich naast de piloot bevindt.

  • Het doel van de UA-waarnemer is niet het uitbreiden van de vliegzone van de drone tot buiten de mogelijke VLOS-afstand die mogelijk is voor de piloot.

Piloot is altijd verantwoordelijk voor de veiligheid van de vlucht

Het maakt niet uit wat er gebeurd, de piloot is altijd verantwoordelijk voor de veiligheid van de vlucht.

Een opdracht voorbereiden

Bepaal het type luchtruim

Er zijn verschillende diensten zoals AIP en NOTAM die no-fly zones en gevarenzones letterlijk op kaart brengen. Dichtbevolkte gebieden en luchthavens kunnen mogelijk bijkomende regelementering hebben of een totaal verbod voor UAS.

Breng de omgeving in kaart

Evalueer de omgeving en maak een mentale kaart van waarvoor je moet opassen. Kijk of er fietspaden en/of wegen zijn die nieuwe obstakels kunnen veroorzaken.

Analyseer het gebied zodat er geen niet-betrokken personen in gevaar komen

Je moet telkens zeker zijn dat geen enkele niet-betrokken persoon in gevaar kan komen door jouw UAS.

Breng de betrokken personen op de hoogte van het verloop van de opdracht.

Communiceer met de betrokken personen in jouw vlucht (zoals de UA-waarnemer) over hoe de opdracht zal verlopen.


Samengevat:

  • Bereid uw opdracht voor om risico’s te vermijden
  • Ken de prestaties en beperkingen van uw UAS
  • Identificeer en analyseer vooraf het exploitatiegebied en breng de betrokken personen op de hoogte
  • Vermijd alle vormen van onveilig gedrag tijdens de vluchtuitvoering.